Glucogene energie helpt bij het verbeteren van de energiehuishouding

Melkkoeien ervaren een aanzienlijke energie-uitdaging tijdens de transitieperiode, waarbij de energiebehoefte voor melkproductie snel toeneemt, terwijl de voeropname vaak nog niet op peil is. Dit leidt tot een negatieve energiebalans, wat een risicofactor is voor slepende melkziekte. Deze aandoening wordt gekenmerkt door een verminderd vermogen van de koe om de beschikbare energie efficiënt te gebruiken, met mogelijke ernstige gevolgen voor de gezondheid en de melkproductie.

Werkingsmechanisme

Een glucogene energiebron wordt vaak toegepast als supplement voor melkkoeien. Dit kan door het direct in de bek drenchen, mixen door de TMR of in een doseersysteem via de krachtvoerbox. Het biedt een geconcentreerde energie die snel beschikbaar is voor de koeien. Deze wordt efficiënt gemetaboliseerd in de lever, waar het wordt omgezet in glucose en andere energiebronnen. Dit proces helpt de negatieve energiebalans te compenseren en ondersteunt een optimale energiestatus bij melkkoeien.

Voordelen van glucogene energie bij melkvee:

Verbeterde glucoseproductie: Zowel propyleenglycol of glycerine fungeren als een precursor voor gluconeogenese, het proces waarbij glucose wordt gesynthetiseerd uit niet-koolhydraatbronnen. Dit draagt bij aan een verhoogde glucoseproductie, wat essentieel is voor een evenwichtige energiehuishouding.

Ondersteuning van lever: Slepende melkziekte gaat vaak gepaard met leververvetting. Glycerine en propyleenglycol ondersteunen de leverfunctie door de omzetting van vetzuren te bevorderen, waardoor de kans op leververvetting afneemt.

Risico-reductie voor slepende melkziekte: Door de bovenstaande voordelen draagt het gebruik van glucogene energie aan het begin van de lactatie bij aan het verminderen van het risico op slepende melkziekte, waardoor de algehele gezondheid en productiviteit van de melkkoeien worden verbeterd.

De meest voorkomen de glucogene energie bronnen zijn glycerine en propyleenglycol maar wat is het verschil?

Het voornaamste onderscheid tussen deze twee vormen van glucogene energie ligt in hun energiedichtheid en smaakeigenschappen. Propyleenglycol vertoont de hoogste energiedichtheid 27,8 MJ/kg (glycerine 18 MJ/kg), maar propyleen is erg onsmakelijk voor koeien. Daarentegen is glycerine zeer smakelijk voor een koe en geeft een constante afgifte van energie. In grafiek 1 is de afgifteduur schematisch weergegeven.

Grafiek 1. Beschikbaarheid van energiecomponenten uren na toediening. Propyleenglycol komt direct vrij, terwijl glycerine constant vrijkomt. Isomaltosemelasse heeft een iets lagere, constante afgifte van energie.

Topro KetoCare bevat zowel propyleenglycol als glycerine om het risico op ketose te verminderen. Om het toch smakelijk te houden is er isomalosemelasse toegevoegd, wat zorgt voor een dropachtige smaak en een extra energiebron. Hierdoor heeft Topro KetoCare een hoge glucogene waarde. Topro GlyCare bevat alleen glycerine als energiebron wat zorgt voor een constante afgifte van energie.