Na de belangrijk periode vóór het spenen, breekt de periode aan dat het kalf wordt opgefokt tot vaars. Gedurende deze periode zal de vaars worden geïnsemineerd om vervolgens op een leeftijd tussen de 24 en 26 maanden af te kalven en in lactatie te komen. Onderzoek laat echter zien dat een afkalfleeftijd op 23 maanden de hoogste levensproductie oplevert. Het metabolisch programmeren (o.a. door goed voer) van kalveren is de basis om dit te bereiken.
Dus goed voer, een hoge groei en goede gezondheid is nodig. Veelal wordt het belang van deze periode onderschat, maar omdat deze dieren de melkkoeien van de toekomst zijn is voldoende aandacht vereist. Ook de kosten die gepaard gaan met de opfok in deze periode zijn hoog, wat ook het belang voor de melkveehouder aangeeft. Onderzoek wijst namelijk uit dat het opfokken van vaarzen ongeveer 20% van de totale kosten op een melkveebedrijf bedraagt. Het is dan ook – na de voeding voor melkvee – de grootste kostenpost op het bedrijf (Boulton et al. 2015).
Belangrijk in deze periode is een goede groei waarvoor goede voeding een vereiste is. Naast een goed energie- en eiwitaanbod is het een goede voorziening in vitamines en mineralen van groot belang. Echter ook de huisvesting en zaken als hygiëne (o.a. klauwgezondheid) moeten centraal staan in deze periode.
Bovenstaande afbeelding laat de effecten op een pink zien waarbij hygiëne, voeding en huisvesting “niet optimaal” zijn.
▲ = toenemen/positief effect | ▼ = afnemend/negatief effect
Bovenstaande afbeelding laat de effecten op een pink zien waarbij hygiëne, voeding en huisvesting “optimaal” zijn.
▲ = toenemen/positief effect | ▼ = afnemend/negatief effect