De grootste verliezen bij lammeren komen voor rondom het aflammeren. Zijn de ooien in het laatste gedeelte van de dracht onder- of juist overvoed, dan is er een vergrote kans op te lichte of te zware lammeren. Beide kennen nadelen: lichte of zwakke lammeren nemen vaak onvoldoende biest op en kunnen vervolgens sterven aan een verscheidenheid van oorzaken, waaronder uithongering en onderkoeling. Te zware lammeren kunnen daarentegen voor een moeilijke bevalling zorgen.