Klinische- en subklinische verschijnselen; Wat is het verschil?
Klinische- en subklinische verschijnselen; wat is het verschil?
Bij een ziekte of een aandoening hebben we het vaak over bepaalde symptomen of gedragingen die we zien bij het dier. Hieruit leiden we dan af om welke ziekte of aandoening het gaat. Er is echter onderscheid te maken tussen klinische- en subklinische verschijnselen. Als het om klinische verschijnselen gaat, dan hebben we het over direct zichtbare symptomen. Subklinische verschijnselen zijn daarentegen (nog) niet waarneembaar.
Subklinische ziekten hebben impact!!
Bij subklinische melkziekte bijvoorbeeld, wordt alleen een laag bloedcalcium gemeten zonder verschijnselen! Een bloedwaarde lager dan 2,10 mmol calcium per liter bloed wordt aangemerkt als subklinische melkziekte. De kosten van subklinische melkziekte en subklinische slepende melkziekte op een melkveebedrijf moeten niet worden onderschat. Het kan namelijk als een “gateway” functioneren voor andere aandoeningen. Figuur 1 geeft een schema weer met de belangrijkste factoren en processen in relatie tot aandoeningen bij een melkkoe in de melkperiode. Wanneer onopgemerkt, kan een subklinische aandoening zorgen voor een hoger risico op andere aandoeningen.
Figuur 1: De belangrijkste factoren en relaties tot aandoeningen in de melkperiode (▲= verhogend effect / ▼= verlagend effect)
Risico op gezondheidsproblemen
Als gevolg van het één, kan dus het ander ontstaan. Koeien met bijvoorbeeld subklinische melkziekte hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van andere aandoeningen. Voldoende calcium is immers nodig voor een goede spierwerking. Een laag calciumniveau in het bloed kan leiden tot:
- Een toegenomen risico op mastitis;
- Een verhoogd celgetal;
- Een vuile baarmoeder;
- Een lebmaagverplaatsing;
- Verhoogde kans op ketose.
Percentage subklinische melkziekte neemt toe met aantal lactaties
Uit onderzoek blijkt dat met toenemend aantal lactaties, het percentage subklinische melkziekte toeneemt.1 Bij de eerste lactatie ligt het aantal koeien met subklinische melkziekte rond de 25%, terwijl dit percentage bij de derde lactatie rond de 49% ligt!
Naast melkziekte is ook slepende melkziekte (ketose) een veel voorkomend probleem bij melkkoeien. Uit onderzoek is gebleken dat in de eerste twee maanden na afkalven ruim één op de tien koeien lijdt aan klinische ketose.2 Het percentage koeien dat lijdt aan subklinische ketose ligt nog hoger. Kosten van slepende melkziekte worden geschat tussen de € 250 en € 600 per koe per lactatie. Reden genoeg om er alles aan te doen om slepende melkziekte op het bedrijf aan te pakken.
Referenties
1 Reinhardt, T. A., Lippolis, J. D., McCluskey, B. J., Goff, J. P., & Horst, R. L. (2011). Prevalence of subclinical hypocalcemia in dairy herds. The Veterinary Journal, 188(1), 122-124.
2 Veeteelt, 2 februari 2012.